Annelijn de Gier
Columnist
In de afgelopen week zijn er meerdere moties in de Tweede Kamer behandeld over het bredere thema van medische ethiek. De eerste, van D66 afkomstig, ging over het korten op subsidies van organisaties die niet het progressieve mens- en wereldbeeld delen omtrent deze thematiek. De tweede, ingediend door SGP-Kamerlid Van Dijk, vroeg om nader onderzoek van de Gezondheidsraad over de behandeling van genderdysforische mensen. Hoewel beide partijen ver uit elkaar staan en beide moties niet direct iets met elkaar te maken lijken te hebben, is er wel in de stemuitslagen wat interessants op te merken.
Motie Paulusma-Slagt-Tichelman
De motie Paulusma-Slagt-Tichelman, die het kabinet verzoekt 'om te onderzoeken of en zo ja, hoe de subsidieregeling voor patiënten- en gehandicaptenorganisaties (pg-organisaties) kan worden gewijzigd zodat pg-organisaties zich dienen te onthouden van activiteiten die tot doel hebben toegang tot vormen van zorg waar met name lhbtiq+-personen en vrouwen aanspraak op doen te beperken of te ontmoedigen', is verworpen. Vertaald naar normaal Nederlands was het de bedoeling van de motie om o.a. pro-lifeorganisaties, die bijvoorbeeld financiële hulp en onderdak bieden, te korten om de simpele reden dat ze tegen abortus zijn. Ook zouden psychologen en psychiaters, die geen bevestigende houding omtrent genderdysforie voorstaan, maar zorgvuldig te werk willen gaan, hierdoor in gevaar komen. Niet voor niets was dan ook het voornaamste kritiekpunt de totalitaire aard, nog los van het inhoudelijke gedeelte. Ook lost het geen bestaand probleem op, maar wordt ermee kunstmatig een probleem met bijbehorende oplossing neergezet.
Motie Van Dijk
De motie Van Dijk verzoekt het kabinet om 'advies te vragen aan de Gezondheidsraad in hoeverre de huidige benadering van genderbevestigende behandelingen bij minderjarigen recht doet aan het geldende gezondheidsrechtelijke kader'. In het licht van internationale ontwikkelingen van Westerse landen die steeds meer hun handen terugtrekken van het Dutch protocol, waarvan de behandelingskern het toedienen van puberteitsremmers is, zodat de definitieve keuze over transitie op latere leeftijd te maken is, lag het indienen van deze motie wel in de lijn der verwachtingen. Hij is dan ook aangenomen.
Conclusies
Opvallend aan beiden is dan in de eerste plaats dat de uitslag anders had kunnen uitvallen in de oude samenstelling van de Tweede Kamer. Daar was de bedenktermijn bij abortus afgeschaft en heeft men de regeling kunnen invoeren dat de abortuspil bij de huisarts te halen is. De stemming nu contrasteert dat. Ten tweede had de motie Van Dijk nooit aangenomen kunnen worden als er een meerderheid was geweest voor de motie Paulusma-Slagt-Tichelman, omdat de eerste in het spiegelbeeld in het verlengde ligt van de tweede.
Dit is logisch te verklaren met de wisseling van de samenstelling van de Tweede Kamer. Grofweg tweederde van de zetels is in bezit van rechtse partijen, waardoor grofweg eenderde van links is. Daaronder zit een verschuiving van de cultuur verscholen, aangezien de kiezer bepaalt wie er zetelt. Dit betekent dat het stemmen ertoe doet en het wel degelijk voor beleidsveranderingen kan zorgen.
Om een zekere Amerikaanse podcaster te citeren: politiek doet ertoe, omdat beleid ertoe doet, omdat mensen ertoe doen. Ongeacht aan welke kant van het politieke spectrum iemand staat, hoop ik dat dit mensen motiveert om zich in de publieke sferen te bemoeien en van zich te laten horen.